Blog

DE GROENE APPELS

Het leven heeft mij veel te vroeg geleerd, dat dingen niet altijd zijn zoals ze lijken van buiten. Ik herinner me het nog als de dag van gisteren. Ik was nog klein, toen mijn opa elke dag een groene appel at. De groene appels, waardoor het leven volgens hem lang en gelukkig zou zijn. Dus ook ik hapte er elke dag wat van. Ik had er niet zoveel verstand van, maar vroeg mij wel af: ‘’waar blijft het geluk dan?’’. De appels van opa waren mijn eerste teleurstelling in het leven. Ze waren verwikkeld in mijn lievelingskleur groen, hadden een frisse geur en van binnen waren ze pijnlijk zuur. Een teleurstelling, omdat ik toen voor het eerst had ontdekt dat de appels van opa niet waren zoals ze er van buiten uitzagen.

Niet heel lang daarna, kregen zulk soort belevenissen op school een naam. De juf noemde het: ‘gezichtsbedrog’; een woord dat ik sindsdien niet zo graag meer mocht. Ik zocht verklaringen voor een groene appel, die niet was zoals het leek en kwam erachter dat die het uit zelfbescherming deed.

Zonder enige logica voor mijn gevoel, zag ik dat het universum zichzelf aan het opeten was. De mensen aten grote dieren, de grote dieren aten kleine dieren en zij aten weer gras. Hoe kon ik met mijn één-meter-lichaam wetten van een universum verbreken, die veel groter was dan mij ? Ik had reusachtige dromen, ze waren zo groot, dat het soms niet meer uitmaakte dat ik 100 centimeter kort was. Dromen, waarmee ik sterren in een plastic zak wilde vangen, om ze uit te delen aan mensen die net als opa groene appels eten. Alleen toen opa op een dag zijn ogen voor altijd dicht deed, onder een appelboom lag en hij er niet meer was, weg bleef en de appels wel bij me bleven, snapte ik er helemaal niks meer van. Ik wilde de wereld trakteren op een glaasje vrede, maar de mensen op de wereld hadden liever een glaasje wodka om hun onvrede te vergeten. Ik wilde echt, maar dan ook echt, de wereld trakteren op vrede. Totdat ik geen antwoorden meer kreeg op mijn gebeden. Totdat de batterijen van mijn vertrouwen zomaar ineens waren verdwenen. Toen mijn fantasieën werden gestolen en mijn dromen net als de groene appels gezichtsbedrog werden genoemd. Toen ik voor het eerst merkte dat het overal donker kon worden, zelfs in mijn eigen slaapkamer. Toen ik te oud werd om lieveheersbeestjes in een jampot te gaan vangen. Toen ik meer kon tellen dan al mijn vingers in totaal. Toen ik sommen delen kon, maar een gemiddelde volwassene geen brood of dak zonder ruzie delen kon.

Mijn volgende les volgde ook al heel snel. Ik leerde dat het vasthouden van een hand soms iets meer betekent, dan het vasthouden van elkaars hand tijdens gym. Dus wil ik liever geen hand meer vasthouden. Als ik niets meer heb om me aan vast te houden, hoef ik me geen zorgen meer te maken over het ‘loslaten’.

Ook leerde ik dat er na zonsopgang zonsondergang komt en niet andersom. Het klinkt misschien vreemd wat ik je nu vertellen zal, want ik weet heel goed dat er na zonsondergang niet meer gesproken kan worden over zonnestralen en toch wil ik je zeggen dat je toen straalde..

Hava Özbas

Hava Özbas, van productiehuis Nowhere in Amsterdam Oost, droeg haar zelfgeschreven tekst DE GROENE APPELS voor op 21 augustus 2016 tijdens de Marathon van het Levenslied in de Kompaszaal. De Marathon van het Levenslied is onderdeel van Festival Perron Oost 2016: SNIKKEN & GRIMLACHJES – Een (hedendaagse) ode aan het levenslied. 

HK0A0006

fotografie: Marten Koldijk

 

Mensch, durf te leven!

Je leeft maar heel kort, maar een enkele keer
En als je straks anders wilt kun je niet meer!

Mensch, durf te leven!
Vraag niet elk minuut van je korte bestaan
Hoe hebben m’n pa en m’n opa gedaan Hoe doet er m’n neef en hoe doet er m’n vrind
En wie weet, hoe of dat nou de wereld weer vindt
En wat heeft het fatsoen voorgeschreven Mensch, durf te leven!
De mensen bepalen de kleur van je das De vorm van je hoed, en de snit van je jas
En van je leven!
Ze wijzen de paadjes waarlangs je moet gaan
En roepen ‘O foei!’ als je even blijft staan Ze kiezen je toekomst, ze kiezen je werk

En zoeken een kroeg voor je uit en een kerk
En wat j’aan de armen moet geven Mensch, durf te leven!

De mensen, ze schrijven je leefregels voor
Ze geven je raad en ze roepen in koor Zoo moet je leven!

Met die mag je omgaan, maar die is te min
Met die moet je trouwen, al heb je geen zin

En daar moet je wonen, dat eischt het fatsoen
En je wordt genegeerd als je ’t anders wil doen

Alsof je iets wreeds had misdreven Mensch, durf te leven!
Het leven is heerlijk, het leven is mooi Maar vlieg uit in de lucht, en kruip niet in een kooi

Mensch, durf te leven!
Je kop in de hoogte, je neus in de wind En lap aan je laars hoe een ander het

vindt
Hou een hart vol van warmte en van liefde in je borst
Maar wees op je vierkante meter een vorst
Wat je zoekt kan geen ander je geven Mensch, durf te leven!

Dirk Witte 1917

Mieke Stemerdink zingt Mensch, durf te leven! op 21 augustus 2016 tijdens de Marathon van het Levenslied in de Kompaszaal. De Marathon van het Levenslied is onderdeel van Festival Perron Oost 2016: SNIKKEN & GRIMLACHJES – Een (hedendaagse) ode aan het levenslied. 

Mieke Stemerdink